Alles over knoflook planten: het juiste moment voor een goede oogst

Knoflook planten wanneer het buiten nog niet vriest, levert vaak de beste bollen op. Knoflook uit eigen tuin heeft een sterke smaak en is veelzijdig in de keuken. Veel mensen denken dat het lastig is om zelf knoflook te telen, maar het proces is eenvoudig. Met de juiste timing en wat aandacht groeit deze plant bijna vanzelf.

Herfst is de beste tijd voor knoflook

De meeste tuiniers kiezen voor het planten van knoflook in de herfst. In Nederland geldt de periode tussen half september en half november als de beste tijd. Het weer is dan vaak nog zacht en de bodem nog redelijk warm. Door knoflook in het najaar te planten, krijgt de bol de kans om voor de winter wortels te maken. In de koude maanden rust de plant. Zodra het voorjaar aanbreekt, schiet het groene blad omhoog en ontwikkelt zich onder de grond een stevige, smaakvolle bol. Planten in de herfst geeft over het algemeen grotere en gezondere bollen dan planten in het voorjaar.

Voorjaar als alternatief voor wie later begint

Als je de herfst hebt gemist, is het planten van knoflook in het vroege voorjaar nog mogelijk. Maart is dan de beste maand. Het is belangrijk dat de grond niet bevroren is en dat je niet langer wacht dan april, anders worden de bollen klein. Knoflook die in het voorjaar geplant wordt, groeit sneller boven de grond maar krijgt een kortere tijd om te wortelen. Dat betekent meestal dat de tenen kleiner blijven. Toch kun je met een vroege start in maart nog een prima opbrengst krijgen, vooral als het voorjaar mild is en je de plantjes goed verzorgt.

Kies een goede plek en gezonde tenen

  • Kies een plaats in de zon waar water niet blijft staan.
  • Maak de aarde los en meng er eventueel wat compost doorheen, zodat de grond voedzaam en luchtig is.
  • Gebruik voor het planten stevige, grote tenen uit een gezonde bol.
  • Druk de tenen met de punt omhoog in de grond, ongeveer vijf centimeter diep, met tien tot vijftien centimeter tussenruimte.
  • Zo krijgen de planten genoeg ruimte om te groeien en zo krijgen schimmels en ziektes minder kans.

Groei, verzorging en oogsten van knoflook

Na het zetten van de tenen vraagt knoflook weinig verzorging. Geef de eerste tijd wat water als de bodem droog is. In een natte periode hoeft dit niet. Vanaf het voorjaar verschijnen groene scheuten, die zich snel ontwikkelen. Houd het bed onkruidvrij; jonge planten willen graag licht en ruimte. Bemesten is meestal niet nodig, zeker als je wat compost hebt toegevoegd. Rond juni beginnen de bladeren te vergelen. Dat is het teken dat de bol onder de grond klaar is om geoogst te worden. Wacht tot ongeveer tweederde van het loof is vergeeld, trek de bollen dan voorzichtig uit de grond en laat ze drogen op een luchtige plek. Daarna zijn de bollen maandenlang houdbaar.

Veelgestelde vragen over knoflook planten wanneer

Wanneer moet je het liefste knoflook planten voor de grootste oogst? De beste periode om knoflook te planten is van half september tot half november. In die maanden krijgt de plant genoeg tijd om te wortelen voor de winter en groeit er een grote bol in het nieuwe jaar.

Is het ook mogelijk om knoflook te planten in maart of april? Knoflook kan nog in maart worden geplant, zolang de grond niet bevroren is. Hoe eerder in het seizoen, hoe beter. Na april wordt de kans op kleinere bollen groter omdat de plant minder tijd heeft om te groeien.

Welke soort knoflook groeit het beste in ons klimaat? In Nederland doet de gewone witte knoflook het goed. Kies bij voorkeur bollen die geschikt zijn voor buiten, zoals soorten die winterhard zijn. Deze vind je bij een tuinwinkel of een kwekerij.

Hoe diep moet je de tenen in de grond stoppen? Knoflooktenen plant je ongeveer vijf centimeter diep, met het puntje omhoog. Houd tien tot vijftien centimeter ruimte tussen de tenen, zodat ze elk een mooie bol kunnen vormen.

Moet je knoflook water geven nadat je het hebt geplant? Na het planten geef je een beetje water, zeker als de bodem droog is. In de natte herfst is extra water meestal niet nodig. Houd vanaf het voorjaar in de gaten of het niet te droog wordt rond de planten.